Recordhoge bedrijfskosten voor melkveehouders Nieuw-Zeeland

Melkveehouders in Nieuw-Zeeland zagen zich in melkseizoen 2022-’23 geconfronteerd met recordhoge bedrijfskosten. Het gaat om het hoogste kostenniveau in tien jaar tijd. Dat blijkt uit een analyse van belangenorganisatie DairyNZ.

Tegelijk daalden de inkomsten en nam de omvang van de veestapel af. Dit leidde in seizoen 2022-’23 tot een daling van de bedrijfswinst, ten opzichte van een seizoen eerder, met 26% naar $2,57 per kilo milksolids (gecombineerd vet en eiwit). De bedrijfswinst per hectare daalde met 27% naar $3.017 (€1.719). Een minder bedrijfsresultaat gecombineerd met hogere rentekosten resulteerde in een afname van het rendement op eigen vermogen naar 3,5%. Een jaar eerder was dit nog 11,5%.

De bedrijfskosten van melkveehouders stegen, onder meer als gevolg van inflatie, met circa 5% naar $6,67 per kilo milksolids. Dit is het hoogste niveau in de afgelopen tien jaar. De grootste kostenpost op Nieuw-Zeelandse melkveebedrijven was in seizoen 2022-’23 opnieuw voer, goed voor ongeveer 30% van alle uitgaven. Arbeidskosten (19%) en onderhoudskosten (18,7%) volgen op een tweede en derde plek.

Afname van aantal melkkoeien

Positief is volgens DairyNZ dat de melkprijs in seizoen 2022-’23 op een bovengemiddeld niveau lag, namelijk $8,58 per kilo milksolids (circa 37 cent per kilo melk bij 4,4% vet en 3,2% eiwit). Hoewel $0,51 (6%) lager dan het seizoen daarvoor, gaat het nog steeds om een relatief hoge uitbetaling. Dit hielp melkveehouders bij het beheersen van de recordhoge bedrijfskosten.

Hoewel de vet- en eiwitproductie per koe nog wel met 1% toenam, daalde deze per hectare met 2%. Dit als gevolg van een afname van het aantal melkkoeien. De gemiddelde omvang van een koppel Nieuw-Zeelandse koeien daalde van 419 naar 407 koeien.

Scherp op kosten letten

Mark Storey, hoofd econoom bij DairyNZ, geeft aan dat melkveehouders zich in seizoen 2022-’23 voortdurend geconfronteerd zagen met verschuivingen in kosten. Vooral de grote toename van de rentekosten valt op. In deze context is het volgens hem bemoedigend om te zien dat de verhouding tussen de schulden en bezittingen licht is gedaald.

Het lijkt er volgens hem op dat melkveehouders zich in betreffend seizoen niet dieper in de schulden hebben gestoken. Storey geeft aan dat de Nieuw-Zeelandse melkveehouders ook nu nog met krappe marges te maken hebben en scherp op de kosten moeten letten.