Foto: Anne van der Woude AlgemeenNieuws

NCM: natuurdoelen zorgen voor forse daling mestruimte

De doelstelling van 275.000 hectare nieuwe (agrarische) natuur in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) kan tot een forse toename van het mestoverschot leiden. Dat voorziet het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM) na berekeningen van de gevolgen van de plannen die het nu nog zittende kabinet eerder maakte.

NCM voorziet in 2030 een daling van de landelijke plaatsingsruimte voor stikstof uit dierlijke mest met 34%, naar 252 miljoen kilo stikstof uit dierlijke mest. Dat is 52 miljoen kilo minder de stikstofplaatsingsruimte in 2026. De verschillen per regio zijn groot: terwijl in Flevoland de stikstofplaatsingsruimte voor dierlijke mest met 11% daalt, gaat het in Noord-Brabant om 45%.

Eerder becijferde het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM) de gevolgen van de afbouw van derogatie op de Nederlandse mestbalans. Daaruit bleek dat door het wegvallen van de derogatie, de aanwijzing van met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) en de invoering van de bemestingsvrije bufferstroken 304 miljoen kilo stikstof aan plaatsingsruimte voor dierlijke mest zou over blijven. Dat is een daling van 21% ten opzichte van 2022. Uitgaande van een mestproductie volgens de nieuwe mestproductieplafonds en behoud van de bestaande mestverweking en mestexport, resulteert dit in een mestoverschot van 59 miljoen kilo stikstof.

47 miljoen kilo stikstof uit dierlijke mest minder

Om de natuurdoelen te halen, werd geschat dat er 275.000 hectare nieuwe (agrarische) natuur zou moeten worden gerealiseerd via het NPLG. NCM is er in de berekeningen van uitgegaan dat deze gronden niet meer bemest mogen worden. Dat betekent een afname van de plaatsingsruimte met 47 miljoen kilo stikstof uit dierlijke mest. Het NCM sluit daarbij dubbeltelling niet uit. “Het is waarschijnlijk dat een deel van de genoemde brede bufferstroken hier onderdeel van zijn”, aldus de onderzoekers.

De plannen van het NPLG staan met de komst van het nieuwe kabinet op losse schroeven, nu het budget onder de plannen door het schrappen van het Transitiefonds dreigt te verdwijnen. Sommige provincies geven aan de plannen wel door te willen zetten. De invoering van de bemestingsvrije beekdalen (100 meter breed) leidt tot 5 miljoen kilo stikstof minder plaatsingsruimte voor dierlijke mest.

Grote verschillen tussen provincies

De verschillen tussen de provincies zijn groot. In 2026 – zonder invoering van NPLG en beekdalen – neemt de mestplaatsingsruimte in Utrecht het snelst af, met 28%, terwijl deze in Flevoland en Zeeland 8% daalt. Voor 2030, inclusief NPLG en beekdalen, staat Noord-Brabant met een daling van 45% van de mestplaatsingsruimte bovenaan, gevolgd door Utrecht (44%) en Friesland (41%).

In absolute zin is de krimp in mestplaatsingsruimte het grootst in Friesland en Noord-Brabant, gevolgd door Overijssel en Gelderland. In 2030 is de mestproductie in 9 provincies hoger dan de plaatsingsruimte, waardoor ze mest moeten afvoeren. Alleen Zeeland, Flevoland en Groningen kunnen dan volgens NCM nog beperkt mest aanvoeren vanuit andere provincies.

Reacties

Beheer
WP Admin